Sinds 1997 heeft Lost & Found meer dan 200 avonden voor verdwaalde beelden en geluiden samengesteld. Kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en muzikanten laten werk in ontwikkeling zien, experimenteren of tonen werk dat (nog) niet in hun oeuvre past. Een specifiek en uniek podium voor divers en hybride werk dat in een museaal circuit geen plaats heeft.

Lost & Found

Paradiso

20–01–2017

Redactie
Hugo van Heijningen
Alma Mathijsen
Julia van Mourik

Ontwerp
Nora Turato & Sabo Day

Sponsors
Mondriaan Fonds
Paradiso
Robstolk
EYE Filmmuseum

Stuur ons je demo! found@lost.nl

We waren jong en de bocht was kort

Mick Johan

Ik kom binnen in een lege bovenzaal van de Paradiso. Er draait een film waarin mensen dansen. Het ziet er hip uit. Ik vraag om een biertje en krijg er direct een. Terwijl het bier leegloopt, stroomt de zaal vol. Daz1on, een van de artiesten vanavond die ooit mijn huisgenoot was, vraagt of ik een sigaret met hem wil roken. Dat wil ik. Tijdens het roken halen we gelukzalig de herinnering aan onze gezamelijke bijna-dood-ervaring in een ford escort op. We waren jong en de bocht was kort.

De avond begint met een stuk experimentele film uit de twintiger jaren. J.C. Mol filmde het vormen van kristallen onder een microscoop. De combinatie van trippy en antiek is verfrissend en vreemd. De zaal kijkt ademloos naar de zwijgende zwartwitte film.

Het licht gaat uit en een kleine bebrilde man bestijgt het podium. Het leeslampje van de lessenaar waarachter hij zich bevindt verlicht zijn gezicht. Het is Guy Tavares, Haagse legende. Hij heeft een kraakpand in Den Haag waar hij op feesten de snelheid van de stroboscoop zo instelt dat er een maximale kans op een epileptische aanval bestaat bij de bezoeker. Zo doen er wel meer verhalen over hem de rondte.
Guy vertelt een Duits verhaal. Achteraf bleek ik zo’n beetje de enige te zijn die het kon verstaan en klaagden veel mensen over de lengte. Het is een fantastisch verhaal, geschreven door Guy zelf. Het speelt zich af in St. Pauli, de rosse buurt van Hamburg, waar een frisse jonge man zijn lichaam aanbiedt als ‘frische Birne’. Verse peren. Lang verhaal kort; er meert een Russisch schip aan en de frisse jonge man wordt de volgende ochtend gevonden met 800 liter matrozensperma in en op zijn lichaam. Het meest bijzondere van dit verhaal, aldus Guy, is dat er in elke zin een Duitse literaire referentie zat. Niet normaal.

lees verder

“Het is gewoon ouwe dooie boom. Ik snap niet waarom je zo’n ouwe dooie boom zou willen hebben. Als ik zo’n ouwe dooie boom zou hebben zou ik niet weten hoe snel ik hem weg moest gooien.” Aldus een boeren Amsterdammer over een door Karel Appel geschilderde boom in de volgende, hilarische klassieker ‘Appel iep’ van Ed van der Elsken. Het is thuiskomen bij Karel Appel en Van der Elsken. Hoewel je die laatste niet echt hoort, voel je aan alles dat ze bevriend zijn, en liever op straat hangen dan in de galerie. De boom, een iep, wordt eerst bewerkt door een stel gemeentewerkers. Ze stellen zich ongemakkelijk voor aan de camera. De film is fantastisch. Het lijkt me een goed idee als hedendaagse kunstenaars fysieke assistentie krijgen van gemeentewerkers.

De stoelen gaan weg. Op een klein podium midden in de kleine bovenzaal van de Paradiso zit een man met een cello wild te zwaaien. Andi Otto heet hij, en hij is omgeven door computers en sample machines. In zijn strijkstok zit een soort sensor die gekoppeld is aan een computer, waardoor elke beweging omgezet wordt in geluid. Ook bewegingen die niet over de snaren van zijn cello gaan. Het is een bizar gezicht, zijn houterige motoriek met slaande bewegingen in het luchtledige met de strijkstok, maar indrukwekkend is het wel. Helaas begeeft hij zich vrij vlot op het glibberige pad van de dubstep en dan duurt het al gauw te lang. Achteraf vraag ik hem hoe lang hij erover gedaan heeft om deze opzet werkend te krijgen. Zes jaar. Een ontzagwekkende tijd die me het hele dubstep-akkefietje doet vergeten.

De volgende act brengt me terug in de tijd. Een dichter (Anne-James Chaton) met een zware en dwingende stem dicht in het Frans terwijl gitarist Andy Moor (van The Ex) zijn gitaar met een staalborstel bewerkt. Aanvankelijk krijg ik er een potsierlijk gevoel bij, alsof ik naar een parodie op een kunstavond in een kraakpand ergens in de vroege jaren tachtig sta te kijken, maar het is erg goed. De dichter is ongelofelijk gefocused en krachtig aan het voordragen, en Andy Moor is echt een goeie gitarist. Einde.

Dan is Daz1on. Ik voel me gespannen voor hem. Het is zijn eerste liveshow in Amsterdam. Zijn instrumentarium is indrukwekkend, vol kleurige lampjes bovendien. Daarnaast brengt hij af en toe gekke exotische analoge instrumenten bij de microfoon. Het is beukende tropical house en er is niemand die nog stilstaat. Ik denk terug aan ons bandje, Escorts Of Death, en die ene keer dat we in onze achtertuin in Scheveningen optraden terwijl de buren bomen aan het zagen waren. Daz1on is groots.

Ik ben alweer dronken als Petersburg Orderer begint. Twee jongens met gitaren staan op het podium. De drums komen uit de computer. Op de achtergrond speelt een film waar Bonne Reijn iets mee te maken heeft en de zanger speelt erin. Het is jaloersmakend goed. Simpel, doeltreffend en urgent. De licks van de gitarist die niet zingt zijn catchy. Het riekt naar de nineties, zonder dat het irritant is of gevoel met het heden verliest.
Dit is het laatste wat ik zie deze avond. Ik krijg er een warm gevoel van. Er wordt muziek gedraaid en de avond barst in dansen uit. Ik moet gaan en mis daardoor de laatste act, helaas. Het was Karel, en Karel is te gek. Maar ja, je kan niet alles hebben. En ik heb al een hoop gehad deze avond.

sluit