Sinds 1997 heeft Lost & Found meer dan 200 avonden voor verdwaalde beelden en geluiden samengesteld. Kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en muzikanten laten werk in ontwikkeling zien, experimenteren of tonen werk dat (nog) niet in hun oeuvre past. Een specifiek en uniek podium voor divers en hybride werk dat in een museaal circuit geen plaats heeft.

Lost & Found

SMART project space

10–12–2010

Ontwerper
Christopher West

Redactie
Hilde de Bruijn
Julia van Mourik

Sponsors
Robstolk
SMART Project Space
Mondriaan Stichting

Lost & Found in SMART, 10 december 2010

Esma Moukhtar

Bij binnenkomst zien we de Pixel video met Experimental Camouflage van Christopher West: camouflage voor in de woestijn bij nacht. Een techniek die was bedoeld om de contouren van soldaten, gezien door nachtkijkers, te verdoezelen. Getest tijdens de Golfoorlog bleek het hen juist alleen maar zichtbaarder te maken. West ontwierp ook de uitnodigingen.

lees verder

Bij binnenkomst zien we de Pixel video met Experimental Camouflage van Christopher West: camouflage voor in de woestijn bij nacht. Een techniek die was bedoeld om de contouren van soldaten, gezien door nachtkijkers, te verdoezelen. Getest tijdens de Golfoorlog bleek het hen juist alleen maar zichtbaarder te maken. West ontwierp ook de uitnodigingen. 
Wie heeft de uitnodiging ontvangen? vraagt Julia.
Iemand steekt zijn hand op. 
Je liegt! roept Julia uit, want dat kan helemaal niet, ze zijn niet verstuurd. Het hele pakket met flyers is blijven steken in de post. Er zou nog ergens in Den-Haag een doos gevonden zijn, maar vanwege de wet op het postgeheim kon die niet geopend worden. Vandaar.

THE HISTORY AND FUTURE OF ZINE
Eerste gast is Roald de Boer. Hij studeerde aan de Rietveld Academie en begon in 1996 met het maken van een eigen tijdschrift. Hij noemde het Zine. De Boer vertelt dat hij twee inspiratiebronnen had: een boekje over Wallace Berman, een Amerikaans collage-en assemblagekunstenaar die eind jaren ’50, begin jaren ’60 werk maakte, maar die, nadat een expositie van zijn werk werd verboden, zich min of meer had teruggetrokken. Berman ging toen buiten het kunstcircuit om een blad maken, Semina, en verspreidde dit onder vrienden. Dat vond Roald een mooi ideee. Daarnaast had hij een boekje over de autistische kunstenaar Willem van Genk uit Den-Haag, die op monomane wijze trolleybussen maakte van karton, en die ook stations en treinen tekenende op een nogal eigenaardige manier. 
Die twee dingen, je eigen blaadje maken, en een soort gekte uitvergroten, dat wilde hij ook doen. Hij werkte als redactie-assistent bij de Volkskrant, en had een kopieerapparaat tot zijn beschikking. Eerst zwart-wit, later kwam er een kleurenkopieerapparaat. Hij laat zijn eerste Zine in kleur zien. Julia filmt, de live stream wordt op het grote scherm geprojecteerd.
Van wanneer is deze? vraagt iemand uit het publiek.
De Boer gokt dat het nieuwe apparaat zo’n jaar of zes, zeven geleden in het bedrijf kwam.
Hij bladert door de Zine, en we zien een verzameling polaroids van de achterhoofden van meisjes en vrouwen die meededen aan een workshop in Wassenaar. 
Hij bedacht dat voor zijn Zines alles mocht, elk onderwerp was geschikt, als ie het maar kon kopieren. Hij maakte per Zine er een stuk of twintig die hij uitdeelde aan vrienden en wat bekenden.
Gratis? vraagt iemand.
Ja, het was gratis.
En het hoefde het ook niet eens per maand ofzo, hij maakte een Zine als ie er zin in had. In die tijd was hij net gestopt met blowen en drinken, dus hij had heel veel energie over. Iemand vraagt waarom dan, en hoeveel hij dronk en wat, en hij geeft op alles antwoord, maar dat allemaal terzijde. Waar het om gaat is dat al die verspilde energie nu in iets anders kon worden gestoken. Het begon een tikje misogyne, gaat hij verder, maar ook in de latere Zines komen het seksuele, het erotische steeds terug. Daarnaast waren er andere onderwerpen. Hij bladert door een Zine over tijd. What’s the Time, staat er op de cover. We zien zwarte silhouetten van horloges. Hij had iets met horloges, al neemt hij het woord fascinatie terug. Julia trekt zijn mouw iets omhoog, zodat we op het scherm een stoere casio om zijn pols kunnen zien.
De simpele reden waarom hij met die papieren Zines is gestopt, is dat hij vorig jaar werd ontslagen. Hij kon niet meer gratis kopieren, en hij wilde er ook niet voor gaan betalen, want dan zou ie geld moeten vragen in ruil, terwijl hij zijn zines juist gewoon wilde kunnen weggeven. Dus toen is hij een website gaan maken, en daarmee is het bereik nu ineens heel veel groter. 
Zo was er laatst een recensie over webzine 49, door Raymond van den Boogaard in het NRC, met de kop: Mannelijke seksualiteit gedijt in uithoeken web. Nr 49 bevatte foto’s en plaatjes gevonden op pornosites, van vrouwen die aan slipjes ruiken. Daarnaast zijn er dus ook heel andere verzamelingen. Elke dag ergens een kop chocolademelk, bijvoorbeeld, en elke kop weer net anders. Zine 56 is een ode aan garagedeuren. Nr 23 gaat over sokken. Enzovoort. Zie verder zelf op www.roalddeboer.com.

Nav die recensie heeft Margriet van Twisk, die hier aanwezig is, zijn site opgezocht en contact opgenomen met hem, omdat ze in zijn fotoverzamelingen de fotografie van haar dertienjarige dochter herkende.

DE WERELD DOOR DE OGEN VAN EEN AUTISTISCHE FOTOGRAFE
Het was meen ik Susan Sontag die schreef: de wereld fotograferen is de wereld ordenen. En/of: het verzamelen van foto’s is als de wereld verzamelen. Het lijkt erop dat Roald de Boer en de dochter van de vrouw die hem benaderde, iets gemeen hebben wat de uitspraak van Sontag letterlijk illustreert.

Julia vraagt aan Margriet of de herkenning die ze voelde bij het zien van Roalds foto’s als waarschuwing kan worden opgevat, dat hij misschien wel autistsisch is. 
Nee, zegt ze, ze denkt dat hij zijn foto’s vanuit een heel ander perspectief maakt. Hij wil zijn foto’s met anderen delen. Haar dochter bekommert zich er helemaal niet om wat anderen zien of denken, ze maakt ze alleen voor zichzelf. 
Lana maakt eindeloos veel digitale foto’s van vooral dingen, soms wel honderd per dag, die ze opbergt in mapjes. Op haar zesde ging ze er spontaan met de eerste digitale huiscamera vandoor, later kreeg ze er zelf een. Voor Lana is de wereld volstrekt onvanzelfsprekend, en het fotograferen van dingen, patronen, getallen, is voor haar een manier om grip te krijgen en haar gedachten te ordenen. Bij het terugkijken van de foto’s fotografeert ze soms ook beelden opnieuw, maakt ze dus foto’s van haar foto’s. 
We zien een paar van de getallenseries, en het is duidelijk waar haar voorkeuren naar uitgaan. Getallen met nullen, (C)1000 en 70 zijn momenteel favoriet, naast andere ronde vormen, vooral autobanden met mooie nummers. De plaats waar die getallen staan is voor haar niet vanzelfsprekend en van groot belang. Waar de band tot stilstand komt, bepaalt de stand van het getal. Als er ergens een mooie autoband in de buurt staat, waarbij de getallen bijvoorbeeld niet op hun kop staan, moet ze erop af, of ze gaat ernaar zoeken. Ze gaat wel eens onder een auto liggen om te zien of er aan de binnenkant misschien nog een getal te vinden is. 
Alles wordt verzameld, gecategoriseerd, en opgeborgen in mapjes. Daar kijken ze dan af en toe samen naar, ze praten erover en zo leert de moeder te begrijpen hoe haar dochter kijkt, denkt, zich voelt. Julia merkt op dat er soms een vinger te zien is die naar iets in het beeld wijst. Ze vraagt zich af of ze ons op iets wil wijzen. Margriet gelooft dat Lana niet zozeer ons, maar zichzelf iets wil aanwijzen. Dat iets bestaat, voor haar, en dat ze er bij was. We kijken en kijken, naar de enorme verzameling reeksen, waarvan het programma nu en dan dreigt te crashen. 
Woorden en namen die haar bezighouden, gebruikt ze om de mapjes titels te geven. Hoewel er (voor ons) geen directe relatie lijkt te bestaan tussen de woorden en de series, onthoudt de fotografe feilloos achter welke titel welke foto’s zitten. 
Naast series van getallen en voorwerpen maakt ze sinds een tijdje ook zelfportretten. Het heeft lang geduurd voordat ze besefte dat ze bestond, en een eigen ‘ik’ had. Zo kon ze geen ja of nee zeggen, dat hoort bij het hebben van een eigen wil, en een besef van eigen wil kende ze niet. Pas laat begon ze het concept ik-jij, wij-zij, door te krijgen en toen begon ze ook ineens zichzelf te fotograferen, in allerlei gedaantes en gezichtsuitdrukkingen, vaak met haar ogen dicht. Ze kijkt graag naar zichzelf met haar ogen dicht. En hoewel ze dus nooit in de spiegel kijkt, heeft ze door deze foto’s terug te zien een beeld van hoe ze eruit ziet. 
We zien haar met ogen open, ogen dicht, mond open, mond dicht, in close up met soms alleen een mond of neus, of van iets verderaf genomen opnames. Het zijn er zoveel dat we haar geleidelijk iets ouder zien worden. Een ander zou aan al deze pogingen misschien vier geslaagde portretten overhouden, zij bewaart ze blijkbaar allemaal. Gooit ze nooit iets weg? Nee, nooit. Gelukt of niet gelukt, dat speelt geen rol. Alles is even belangrijk, en ook het concept schoonheid zegt haar niks. Alleen ordeningen boeien haar. 
Ronde vormen zien we in reeksen van bekers, kopjes, koekjes.
Hoewel de onderwerpen wisselen, keren de autobanden altijd terug. 
Iemand vraagt of Lana ervan weet dat wij hier naar al haar foto’s kijken. Haar moeder heeft het haar verteld: we gaan naar je foto’s kijken, niet op de computer, maar op een groot scherm, als in een bioscoop en dat zien heel veel mensen ze heel groot en goed. Maar daar kreeg ze nauwelijks een reactie op. Voor haar dochter bestaan die foto’s vooral in het maken zelf, en in haar computer, vermoedt ze. Ze heeft er aan gedacht om haar mee te nemen, maar omdat zij, niet Lana zelf, voor deze presentatie weer nieuwe ordeningen heeft aangebracht, was ze bang dat zij bij het zien daarvan wel eens in paniek zou kunnen raken. Julia stelt voor om van Margriet, onder een foto van een goede autoband, een foto te maken, voor Lana. Heeft iemand een fototoestel? Er wordt gezocht, heen en weer gelopen, de beste positie gekozen, en de foto wordt gemaakt. 
In welk mapje ze straks zal belanden...

LAST LECTURE OF YARIV ALTER FIN
Yariv Alter Fin was een van de eerste webkunstenaars in Nederland, die aan de voorhoede heeft gestaan bij de ontwikkleing van het internet als kunstenaar en designer, en ontwierp o.a. de allereerste website van Lost & Found... Ok, let’s do it in English. So, Yariv was an internet pioneer and an artist. The research he did, with others, formed the basis for our current, customized and stylish, web 2.0. He committed suicide two years ago. Sina Kani, who was a friend and a student of Yariv, is performing for us Yariv’s last lecture, which took place in China.

First of all I want to say something about translation. Language is an important part of my work. It’s a continuous attempt for expression and communication. If Nokia does, so can I…Slide one…connecting people to each other and the world. I used pictograms for that. I was fascinated as a child by the biblical story of Babylon, where the story of separated languages began, and inspired by the idea of Esperanto…one man’s attempt to reunite the globe. 
Later I found it in English, the language of rock & roll, films, and the currently ruling empire… slide two… It all started with my music group in Tel Aviv. Israel in the eighties, there I learned a lot about home production, DIY, do it your self… use you own head, and then your hands. Slide three, no, keep it there, go back Micha, take it easy. (Publiek lacht) I’m not a serious guy, you know, it is difficult to be serious… (Ik vermoed dat dit de woorden zijn van Sina). 
Photos, covers, posters, video’s and also texts, most of our music and art works were made in English, since we were inspired by groups from Europe and wanted to reach a universal audience. We were involved in making a video clip for national television for a pop pop pop pop pop pop pop program – Sorry, Yariv used the word pop six times, and I did seven times, so I made a mistake. Slide four. I came to Amsterdam and I started to study at the audiovisual department of the Rietveld academy.
(…) 
While studying at the Rietveld, I was confronted – I was confronted with my first lost in translation experience. Not understanding Dutch I felt isolated and very conscious of my thought and mind. I started working with it, creating a portrait of the mind, a universal portrait of the letter ‘i’. I like this letter because it actually looks like a pictogram, or a symbol of a body and a head. It is a portrait of the mind and of each and every human being. Like you… That’s what I added, Sina says. 
Slide seven. Another project was called I thing, and it had three meanings for me. One as a noun: the object as the I. Second, naming things and thereby creating them. And third it resembled I Tjing, the book of changes, interesting connection.
Slide eight. Art is made by the alone, for the alone, said a French philosopher and we watched the www.alone, at home.
(…)
Op de achtergrond hoor ik het druk gekras van een viltstift over papier, alsof iemand meeschrijft met alles wat hij hoort. Het is onmogelijk het allemaal bij te houden, en waarom zou je het proberen?
(…)
Then I started teaching, like now at the Rietveld. (…) They say: He who can’t do, teaches. There was a period in which I had lost faith in art and in the public. Teaching has been a second period of study for me. I practiced my creativity in teaching. As a teacher, your students are your artworks. That is to say, the students themselves, not their art works…
Sina, (als Sina): This was the last text, and to be honest I cut it a little (ik ook), so now, two more minutes, to add something to it. 
After Yariv died, Sina goes on, we made a book about Yariv and I wrote a text for him. He killed himself, so I wondered what kind of text is the most suitable to do, and I was thinking: poetry. I am not a big fan of poems, especially if they’re not in song lyrics, but I wrote a poem. I read it and then I go.

He imitates and becomes imitation
A comedian [of bedoelde hij kameleon?] without exaggeration 
A poem, and a poem is time based
This poem is a he, although he is not him
And a female time base does certainly not exist
See, he adopts his behavior and modifies his actions
Related to who we are
Full of characters is he, that is glorious and that isn’t visible
But since he’s full of talents, he can impossibly keep up with balance
(…)

Dit gaat zo een tijd door, er ontstaat een steeds meer psychologiserend, analytisch portret over de ongrijpbaarheid en beperkingen van een dode vriend, en we voelen er ons steeds iets minder comfortabel bij, ook Sina zelf lijkt te twijfelen. Kun je dit allemaal wel zeggen over een ander, die er bovendien niet meer is ?
De verlossende slotzin:

And now enough of that, let us just clap instead
FIN FIN FIN…

MINDER WEERSTAND IN VERMOMMING
Voor de pauze zijn we getuige van een zeldzame vertoning van Fischli & Weiss, Der Geringste Widerstand, de eerste film die zij samen maakten, en waarin zij vermomd als beer en rat hun fortuin zoeken in de kunstmarkt van Hollywood. Vol goede moed en slimme plannen begeven zij zich naar de grote stad Los Angeles en haar vele art scenes. Ze hangen aan de rand van het zwembad van hun tijdelijke villa, bezoeken galeries, bekijken hun talloze fotoverzamelingen (die wat betreft hun verzameldrift en ordeningsdrang overeenkomsten vertonen met die van de twee vorige fotografen). 
Geleidelijk krijgen ze de zenuwen van het grootkapitaal en vragen ze zich steeds meer af hoe ze schoonheid en gerechtigheid bereiken kunnen op deze manier. Gebukt onder de zware druk van hun aanvankelijke ambities, draait hun avontuur uit op een deceptie. De dialogen die beer en rat met elkaar hebben, mompelend, dan weer articulerend, mopperend en relativerend, geven een hilarisch commentaar op de kunstwereld.

BREAK
Op naar café, bar en/of rookruimte. We nemen onze jassen en tassen mee, want straks wordt de tribune opzij geschoven. Er staat nog iets te gebeuren wat meer ruimte nodig heeft.

Na de pauze geeft Lee Welsch, afkomtig de VS, wonend in Ierland en momenteel studerend aan het Piet Zwart Insituut in Rotterdam, een lezing over zijn recente werk en project aldaar. Hij opent met een brief van Arnold Schönberg, waaruit hij voorleest: What is water? Dat vroeg Schönberg zich af. Hij beschrijft wat water allemaal is en doen kan. Hij verhaalt in die brief verder over een dialoog tussen een ziende en een blinde man. 
How looks milk? vraagt de blinde. Milk looks white. What’s that white?
Like a swan, perfect white, with his white long neck. What is a swan’s neck like? The guy imitates this neck with his arm. The blind man touches the guy’s arm and says: now i know how looks milk. (Sic! Je zou denken dat het moet zijn: what does milk look like, maar misschien is het letterlijk overgenomen uit die brief. We weten het niet.)
Lee: With this i wanted to say something about translation and interpretation. Ik zie weer een link naar de vorige lezing. He sees it as a link to his project called 1001 nights, taking place in Rotterdam. He shows us a lot of slides. I think he talks about design and art and the interior of a store. Blurring what is in the shop and what takes place there...a striptease, an installation and an exhibition... And eh
(...) 
Weer hoor ik iemand met een stift driftig over papier krassen. Ik kan er geen touw aan vast knopen. Deze lezing lijkt meer op een representatie van, danwel een parodie op hoe een lezing gegeven kan worden. Misschien was het wel een re-enactment van een re-enactment, who knows, de lezer gaf toe heel nerveus te zijn. Desondanks moet project 1001 de moeite waard zijn om dit allemaal op te brengen.

LOST & FOUND AS A POEM
De viltstift op papier die ik steeds hoorde op de achtergrond, horen bij de Utrechtse dichter T. Martinus. Hij heeft geprobeerd in losse dichtflarden het vele en uiteenlopende en aan elkaar gerelateerde weer te geven. Hij leest het resultaat voor.
Een lyrisch portret van de avond, een collage van losse associaties, notities en interpretaties. Het klinkt eerst als eeen soort ecriture automatique, maar je herkent hier en daar wat we hebben gezien en gehoord. Virtuoos declameert hij alles aan elkaar, de pagina’s van de flip-over een voor een afscheurend, de avond verslaand tot de laatste bijdrage na hem.

MUZIEK OP WIELTJES
In Keulen staat een muziekgebouw waarvan het dak een plein vormt. Over dat plein lopen kriskras reizigers met rolkoffertjes, en vooral skaters verzamelen zich daar graag. Men had er geen rekening mee gehouden dat de geluiden van al die wieltjes ook tot de concertzaal zouden doordringen. Tegenwoordig wordt tijdens concerten het plein afgezet om overlast te voorkomen. Please do not walk or skate in this area, staat er dan.
Sarah van Sonsbeek wil speciaal voor dit plein een compositie maken. Ze werkt aan een choreografie voor rolkoffers en skaters. Hier in SMART staan ze klaar om een aantal mogelijke uitvoeringen te demonstreren.
Intussen wordt contact gezocht met Sarah in Shanghai, maar het internet doet het niet. Er ontstaat een conversatie over communicatie, het gebrek daaraan, en daarmee meta-communicatie over media, precies waarover ook een deel van de lezing van Yariv Alter Fin ging.
Sarah maakte grafische noteringen voor haar composities voor dak met wieltjes. Op het scherm zien we de weergave van de te trekken lijnen. De skaters en rolkofferlopers voeren de partituren uit.

sluit