Sinds 1997 heeft Lost & Found meer dan 200 avonden voor verdwaalde beelden en geluiden samengesteld. Kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en muzikanten laten werk in ontwikkeling zien, experimenteren of tonen werk dat (nog) niet in hun oeuvre past. Een specifiek en uniek podium voor divers en hybride werk dat in een museaal circuit geen plaats heeft.

Lost & Found

Theatrum Anatomicum

01–02–2002

Een frisse kijk

Mylene van Noort

Met medewerking van een heel netwerk van beginnende kunstenaars stellen de medewerkers van Lost & Found avonden samen met uiteenlopende audiovisuele presentaties. Het publiek zorgt voor extra leven in de brouwerij.

Lost & Found werd in 1997 opgezet door Armand Mevis, Menno Grootveld en Jan Rothuizen. Hun belangrijkste inspiratiebron was de serie 'Four Walls'-evenementen in New York, bescheiden informele bijeenkomsten waarop beeldend kunstenaars elkaar hun nieuwste werk lieten zien.

lees verder

Voor de Amsterdamse avonden werd door de oprichters geput uit hun netwerk van opkomende jonge kunstenaars uit allerlei disciplines, afgewisseld met vrienden die interessante dingen konden laten zien, zoals een stewardess die een uitgebreide diaverzameling bezat en twee mode-ontwerpers - Viktor en Rolf - met een videoband van hun eerste show in Parijs. In het vierde jaar dat Lost & Found nu bestaat (Armand Mevis vertrok na één seizoen en in 2001 voegde Julia van Mourik zich bij het vaste team) zijn de avonden nog altijd binnen vijf minuten na het opengaan van de deuren uitverkocht. De formule voor de avonden is in al die jaren vrijwel ongewijzigd gebleven: het team spoort mensen in hun netwerk aan om tapes, cd-roms, films, video's of dia's op te snorren die hun na aan het hart liggen, maar om de een of andere reden niet eerder echt op hun plek zijn gevallen of zelfs nog nooit zijn vertoond. Dit afval, dat zich ergens ophoudt tussen kunst en pulp, wordt vervolgens gepresenteerd binnen de context van zo'n Lost & Found-avond. De avonden bleken telkens weer een uniek samenraapsel te zijn.

Impromptu
Een omschrijving van waarin nu precies de kwaliteit van Lost & Found schuilt, zou de sfeer van hun avonden meteen al tekort doen. De magie schuilt namelijk in het hoogst geïmproviseerde karakter ervan: het programma wordt van tevoren nooit bekend gemaakt. Iedere uitnodiging wordt door een andere vormgever verzorgd, die tevens de leader maakt die mét de uitnodiging - een ansichtkaart - de basis van het programma van die avond vormt. De aankondigingen gaan slechts een paar dagen voor de bewuste avond de deur uit. Toch is dit steevast genoeg om telkens weer een enthousiast en toegewijd publiek op te trommelen, dat staat te trappelen voor de deur van het Theatrum Anatomicum in de Waag. Vanwege het beperkt aantal zitplaatsen kunnen er slechts negentig mensen naar binnen.

Het succes van de Lost & Found-avonden is in hoge mate afhankelijk van de chemie tussen de mensen die iets zullen vertonen en het publiek. Het vertoonde werk wordt serieus benaderd, maar niet heilig verklaard: het moet opboksen tegen de muziek, het bier en de erotische uitstraling van het publiek. Het Lost & Found-publiek is op een kritische manier betrokken: het reageert met gejuich of grappen op wat het ziet en stelt ongemakkelijke vragen in het volgepakte, van rook doortrokken Theatrum Anatomicum. Deze achthoekige ruimte heeft een rijke historie. Het is gebouwd voor het zeventiende-eeuwse chirurgijnsgilde, en de lessen in ontleedkunde van dokter Tulp werden regelmatig bezocht door Rembrandt. Deze taferelen, waarin de lichamen van misdadigers werden opengesneden, inspireerden Rembrandt tot zijn beroemde schilderij. Op het hoge plafond zijn de wapenschilden van de chirurgijns te zien en op de wanden staan emblemen die de bezoeker eraan herinneren dat ze stof zijn en tot stof zullen vergaan. Dit draagt allemaal bij aan de sfeer van Lost & Found, die sterk doet denken aan de goeie ouwe tijd toen televisiekijken nog iets was wat je met familie en vrienden deed, toen je nog een favoriete zender had. De bezoekers van Lost & Found zijn goed onderlegd in een breed scala aan visuele stijlen en doorzien razendsnel de subtiele verwijzingen naar films, kunst en populaire cultuur.

Veel presentaties trekken het niet, omdat ze domweg te vulgair of gemakkelijk of onintelligent zijn. Op de meeste avonden is er echter ook iets bijzonders te beleven. Zoals Arnoud Hollemans' montage van een Franse pornotape in 'Museum', waarbij hij alle sexscènes wegliet en er hilarische lusteloze gesprekken vol dubbelzinnige opmerkingen overbleven. Of de instructiefilm van Merijn Bolink voor de koper van zijn 'appel-sinaasappel'. Omdat het eigenlijke werk niet kan worden bewaard, laat de tape zien hoe je de inhoud van een sinaasappel in de schil van een appel kunt passen. Een ander hoogtepunt was Gillian Wearings video 'Two in One' (1998). Deze tape van vier minuten lengte was haar eerste werk voor televisie: een moeder heeft de stem meegekregen van haar zonen gekregen, en deze elf jaar oude zonen playbacken vervolgens de opmerkingen die hun moeder over hen maakt. Alle bijdragen worden met evenveel respect behandeld. Het gaat er niet om reclame te maken voor het vertoonde materiaal of het te bewaren, en ook worden er geen kwaliteiten aan toegekend die er simpelweg niet zijn. Doordat de Lost & Found-avonden altijd op de rand van amateurisme balanceren, blijven ze speels, open en bijzonder aantrekkelijk.

Plukken en combineren
Een cruciaal element van de Lost & Found-avonden is dat er van alles misgaat: het licht valt uit, er wordt gestameld, telefoonlijnen zijn in gesprek, mensen die een presentatie geven krijgen last van plankenkoorts. Temidden van dit alles weet showmaster Jan Rothuizen het hoofd koel te houden. Als het niet lukt een telefoonverbinding tot stand te brengen met een kunstenaar in de VS, leest hij haar filosofische stellingname hardop voor en wordt daarmee zonder er erg in te hebben een stand-up comedian. Lost & Found is geen intellectueel evenement, er zijn miljoenen zaken waar niet op wordt ingegaan: de avond vormt geen afspiegeling van de wijze waarop de beeldende kunst meer en meer samensmelt met reclame-uitingen in een steeds visueler ingestelde cultuur. De nieuwste technologieën komen maar mondjesmaat aan bod en er zijn nog nooit 3D-films, games of animaties vertoond, net zo min als de nieuwste trends in de elektronische kunst. De avonden zijn ook ongegeneerd van en voor een West-Europese, blanke middenklasse. De samenstellers koesteren hun losse stijl van 'plukken en combineren': er is nooit een thema, het netwerk is de bron van het materiaal dat vertoond wordt. Er zijn vakantiedia's te zien, kiekjes of galerie-kunst, als het maar past binnen hun motto dat de beelden er altijd een tikje 'naast' moeten zitten, op de rand van 'het echte werk' dat ze registreren, introduceren of decoreren.

Op een Lost & Found-avond worstelt men zich door een hele lading tapes, cd-roms, websites en 8mm-filmpjes om ten slotte uit te komen bij iets dat het publiek als een openbaring treft: op een bepaald moment zal een presentatie hun de ogen openen, hun zintuigen verkwikken en zal hun de bek openvallen. Het blijft 'verloren' materiaal, maar het licht op in deze ene context, op dit ene moment. Zo bezien is Lost & Found als een avondje in het theater: de belevenis is eenmalig. Vandaar ook dat L & F-materiaal niet wordt opgepikt door galeriehouders.

Geen wonder dus dat Lost & Found het troetelavondje is van vele beginnende kunstenaars. De organisatoren doen hun uiterste best om te garanderen dat het karakter van het evenement overeind blijft staan. Ze hebben speciale avonden georganiseerd op de Next Five Minutes, het Filmfestival Rotterdam, Triple X en het Holland Festival, en het programma dreigt te bezwijken onder zijn eigen succes. Het Lost & Found-team zal nog moeite hebben het eigen imago zo naar beneden te halen dat de formule eigenzinnig kan blijven. De bezoekers raken verslaafd aan het gevoel dat zij deze avonden helemaal in eigen hand hebben. Dit zijn hun doehetzelf-fuifjes, waarop zij in wisselwerking treden met de beelden en weggaan met het gevoel dat ze weer in staat zijn om met eigen ogen te kijken.

Gepubliceerd in Metatag, 2001

sluit