“Iedereen is hier in mijn hoofd te gast. Dit is mijn universum. Meer dan wanneer je mijn werk elders ziet. Soms vrees ik dat een werk de bezieling die het hier heeft niet meeneemt naar een galerie. In een ziekenhuishal is dat nog erger.”
Merijn knipt het licht van een boomstronk waaruit een stad lijkt te herrijzen aan.
“Mijn studenten op de Rietveld had ik de opdracht gegeven om iets maken met licht. Toen pas realiseerde ik me dat ik zelf steeds met licht bezig ben. Alles ontstaat heel intuïtief. Vroeger was ik heel streng. Het moest allemaal uit 1 materiaal. Ik ben losser geworden. Op het moment ben ik nogal gefascineerd door de groei van bomen en hoe ik die kan beïnvloeden.”
Merijn springt achter een paar dozen en steekt een stekker in het stopcontact.
“Hier had ik me al de hele avond op verheugd.”
Een felle bouwlamp verlicht de ruimte.
“Nu is alles anders. Nu zie ik pas echt wie ik in huis heb.”
Merijn pakt uit een map een groep uitgeknipte vormen.
“Dit zijn studies. Een vorm kan zoveel oproepen. Een simpel krulletje daar is niks aan. Deze vlam bijvoorbeeld, die klopt. Daar doe je maanden over. Wat het precies betekent dat weet ik niet. Sommige vormen zijn goed, andere niet. Je herkent het beeld terwijl je het nog nooit hebt gezien, dan is het goed.”
Ooit was Rudi Fuchs te gast in het atelier van Merijn. In een stuk voor de VPRO- gids weerlegde hij scherp het beeld van een vage kunstenaar:
“[kunstenaars zouden] niet uit hun woorden kunnen komen. Maar dat is niet zo als je de juiste vragen stelt. Als ik Merijn vraag ‘wat betekent dat?’, dan weet hij dat ook niet. Je gaat ook niet aan een kok vragen: ‘wat betekent deze taart?’ Maar je vraagt wel hoe hij hem gemaakt heeft.”
De formule van Lost & Found op atelierbezoek slaagt als niet alleen de kunstenaar in eerste instantie interessant is, maar ook het publiek moet zich betrokken voelen. Achterover zakken en het entertainment over je heen laten denderen is geen optie. Iedere aanwezige kan de avond beïnvloeden, en juist dat maakt het zinderend.
“Soms komen verzamelaars hier langs. Dan wijzen ze naar een bepaald werk en vragen ze: ‘ga je nog meer doen als dit?’ En dan weet ik nooit wat ik moet zeggen. Of ze juist meer van dat werk willen, of juist minder. Wil iemand trouwens nog een bokkenpoot? Of iets anders?”
Een man uit het publiek kijkt al langere tijd naar de takken en stronken die door het atelier verspreid liggen en zegt: “Je hackt de natuur.”
“Ja. Dat is de spijker op zijn kop slaan. Ik probeer me te verhouden tot het handschrift van de natuur. Mijn eigen handschrift wil ik uitvegen. Het blijft vechten tegen de bierkaai. De natuur is altijd beter dan ik.”
Een vrouw vraagt: “Maak je soms dingen omwille van de ruimte?”
“Iemand kwam laatst op bezoek. Toen lag overal gereedschap en rommel. Hij vroeg: ‘Is dit nou inspiratie of ballast?’ Dat is zo’n vraag die in mijn gedachte blijft hangen. Oja!”
Merijn schuift een paar grotere werken opzij en trekt een onderstuk van een barkruk tevoorschijn. Hij houdt het voor zich uit en geeft een draai en een klap.
“Dit kan ik jullie niet onthouden. Luister, dit geluid gaat de bocht om.”
“Klinkt als een Tibetaanse klankschaal,” zegt iemand uit het publiek.
“Nee, een Tibetaanse klankschaal kan hier niet aan tippen.”
De tijd dringt, de groep moet op stap naar het volgende atelier. Als een slinger gaat de meute via de Indische Buurt naar de Grachtengordel. Voor een grote deur en een immens breed grachtenpand wordt gestopt. Een man met een gulle lach doet open: “hier woon ik,” zegt hij schamper.
De groep loopt door een marmeren gang die leidt naar het atelier van wijlen Margot Zanstra, beeldend kunstenaar. Honderden maquettes vullen de ruimte, constructies zijn in meerdere stadia te zien. Dezelfde vorm is te zien op een schets papier, achterin een uitprobeersel in 3D en op een voetstuk in miniatuur van lood. Zo kun je memorie in het echt spelen.
Sjoerd van Oevelen, architect en kunstenaar, duidt het werk van Margot Zanstra.
“Drie jaar geleden is Margot overleden. Ze werkte nog tot het laatste moment van haar leven. Sterfelijk voelde ze zich niet, dus over haar werk is niets vastgelegd.
Een van haar werken hing in de metro bij het CS. Het viel me toen nooit op, maar met terugwerkende kracht vind ik het geweldig.”
Merijn heeft zich aangesloten bij de colonne: “Het is ongelofelijk hip wat zij toen deed. Het lijkt op minecraft. Dat bestond toen nog niet eens.”
“Zij onderzocht vierkanten, ze maakt deel uit van die geschiedenis.”
Sjoerd neemt het publiek mee in een hogere versnelling, hij doet een poging de vierde dimensie uit te leggen aan de hand van inspiratiebronnen van Margot, zoals het boek Flatland.
“Het hoofdpersonage, genaamd a Square, leeft in een 2D wereld. Hij ziet aan de horizon een punt verschijnen, vervolgens wordt de punt een lijnstuk. Wat heeft hij gezien?”
Sjoerd kijkt op van het boek.
“Een bal,” roept iemand uit het publiek.
“Het is gemakkelijk om een stap terug te begrijpen. Maar nu gaan we proberen een stap vooruit te begrijpen.”
De vierde dimensie komt logischer wijze na de derde dimensie, de demensie waar wij in leven. Sjoerd vervalt geen enkel moment in een monotoon ingewikkeld praatje, hij checkt of iedereen hem volgt. Uiteindelijk lijkt meer dan de helft de vierde dimensie te begrijpen. De rest waant zich in een vormloze ruimte, waaronder de verslaggever.
Lost & Found probeerde in de tocht langs deze beide ateliers twee verschillende werelden te laten zien. Merijn liet een groep binnen in zijn universum. Sjoerd probeerde met het publiek de gedachtestroom van Margot te bewandelen. Wonderlijk hoe een atelier verandert in een machinekamer waarin alles te bevatten valt, tot het moment dat iedereen weer buiten staat. Dan is pas duidelijk dat er die avond iets magisch gebeurde.