Sinds 1997 heeft Lost & Found meer dan 200 avonden voor verdwaalde beelden en geluiden samengesteld. Kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en muzikanten laten werk in ontwikkeling zien, experimenteren of tonen werk dat (nog) niet in hun oeuvre past. Een specifiek en uniek podium voor divers en hybride werk dat in een museaal circuit geen plaats heeft.

Lost & Found

Muziekgebouw

02–06–2017

Redactie
Alma Mathijsen
Esther Meijer
Julia van Mourik

ontwerp
Elsemarijn Bruys

DJ
AGGAton

Sponsors
Mondriaan Fonds
Muziekgebouw aan 't IJ
robstolk®

Olga Kortz, lara en amanda in jamaica, i-D, 2 juni 2017

The Nail Polish Inferno

Nyk de Vries

Op de fiets rijd ik richting het IJ. Op verschillende plekken heb ik de afgelopen jaren Lost & Found-avonden meegemaakt: in het Lloyd-hotel, in discotheek Escape, en vooral in de anatomische zaal van De Waag op de Nieuwmarkt. Nadat ik m'n fiets heb geparkeerd, loop ik over een smal oplopend pad naar het Muziekgebouw aan het IJ. Misschien omdat ik de afgelopen jaren een lichte hoogtevrees heb ontwikkeld, erger ik me aan het onveilige ontwerp van het toegangspad, tot ik ineens snap dat het gebouw een schip voorstelt, met loopplank.

De L&F-avond vindt plaats op het bovenste dek, maar eerst gaan we nog eten in het Bimhuis. Ik voel me een beetje onwennig in de rol van journalist annex stukje-schrijver. De vorige keren was ik optredend artiest. Als ik merk dat Serge-Henri Valcke, een van de gasten vanavond, behoorlijk nerveus is, haast ik me te zeggen dat ik hem goed begrijp. 

lees verder

Ondertussen vertelt L&F-man Misha iets interessants, over het ontstaan van L&F, nu twintig jaar geleden. De avonden zijn destijds opgezet door videokunstenaars, die gefrustreerd waren over het feit dat hun werk in een galerie maar matig tot z'n recht kwam. Zij begonnen de avonden met die interessante mix van lost en found materiaal, gek spul dat elders geen plek vond - vaak projecten in ontwikkeling, en belangrijk ook: een mix van hoge en lage cultuur. Het zijn intieme bijeenkomsten. Daarom worden de avonden ook nooit op film vastgelegd. Het zou de sfeer niet pakken.

Na het eten beklim ik de trappen naar boven, waar op het balkon voor de zaal DJ AGGAton al op hoog volume aan het draaien is: Nightcore. Later legt hij me uit wat het is, met een intense blik, alsof hij in mij een instant liefhebber herkent: 'Zoek het maar op! Het zijn eigenlijk normale tracks, maar dan veel sneller afgespeeld.' In de zaal zitten al een aantal bezoekers, op de drie rijen stoelen rondom een groot scherm. Het lijkt bijna een scene uit een David Lynch-film, door de hoge donkere gordijnen langs de wand. Op het scherm zijn langzaam bewegende beelden te zien, van verf op een naakt lichaam, zou je kunnen denken als je niet goed kijkt. Het is een zinnelijke abstracte animatie van Elsemarijn Bruys, waarvan ik al een still zag op de uitnodiging.

De zaal zit helemaal vol als het programma begint. L&F-gastvrouw Julia geeft het woord aan gast-host Esther Meijer, van modemerk Nieuw Jurk, die een groot deel van de gasten van vanavond bij elkaar heeft gebracht. De eerste is Can Sezer, geboren in Hamburg, wonend te Bremen. Hij toont ons prachtig gestileerd grafisch werk van vagina's, penissen en kontgaten. De beelden zijn zo precies en kleurig dat je de genitaliën vaak niet meteen herkent. Er wordt gelachen en bewonderend gezucht, bijvoorbeeld bij een penisversie van het Jezusbeeld in Rio, of bij een strak geschoren kontgat waar frisse tandpasta uit komt. Later vertelt Can me dat hij werkt voor Airbus, waar lang niet iedereen weet van zijn kunst. Z'n ouders en die van zijn vriendin zijn sinds anderhalf jaar op de hoogte. Can geniet van de erkenning en de uitnodigingen voor exposities. Zijn werk is kunst inmiddels, niet langer weird porno stuff.

L&F-gastvrouw Alma, die een opvallende en strakke Nieuw Jurk-creatie draagt, vraagt onze aandacht voor 'research componist' Idwer Doosje. Idwer, wonend te Utrecht, is Bestuurs- & Organisatiewetenschapper. Hij combineert zijn werk met zijn eerste liefde, de muziek, door een phd te presenteren als pianostuk. Tussen de drie muziekdelen door verduidelijkt hij wat hij speelt: een stijgende notenreeks symboliseert bijvoorbeeld het feit dat mensen uit een lager sociaal milieu graag willen stijgen op de sociale ladder en daarom vaak een opleiding met veel status kiezen. Later in de pauze vertelt Idwer dat hij graag naar het conservatorium was gegaan, maar koos voor een praktischer studie. Hij herinnert zich de woorden van z'n moeder: 'Waarom kies je niet iets waar je geld mee kan verdienen?' Het thema van z'n pianostuk raakt dus ook zijn eigen geschiedenis. Idwer is blij dat hij als research componist beide werelden kan combineren.

Luid applaus klinkt als Lara Verheijden and Amanda van Hesteren naar voren komen. Julia verduidelijkt me later: Lara is groot op Instagram. Lara en Amanda zijn bezig met een film over sekstoerisme op Jamaica. Als een aantal fragmenten wordt vertoond, zit ik strak in mijn stoel, vooral bij het zien van intieme beelden waarbij Lara en Amanda ongeremd in de rol kruipen van de sekstoerist. Ze stellen vragen aan de jongens die ons dichter bij hen brengen dan een normale journalist misschien was gelukt. Misschien ben ik gespannen omdat ik weet dat de ouders van Lara achter me zitten, overgekomen uit Deventer. Lara na afloop: 'Ik had m'n ouders zo bang gemaakt voor expliciete beelden, dat ze het wel mee vonden vallen.' Na de vertoning is er meteen discussie, over het niet inlichten van de Jamaicaanse jongens van het feit dat ze onderdeel gaan worden van een film. Een vrouw in het publiek is fel. Julia zegt later in een gesprek op de dansvloer: 'Wat je antwoord ook is, je moet erover nadenken. Als maker moet je nadenken over de vraag waarom je hen hierover niet informeert.'

Geoffrey Lillemon, geboren te Ft. Worth in de VS, komt relaxt op en spreekt op dito wijze, eerst zonder microfoon, alleen met een glas wijn in z'n hand. Julia roept: 'Can you change the wine for a mike?' Met microfoon vervolgt hij z'n opmerkelijke geschiedenis van de virtual reality, aan de hand van een slideshow vol curieuze collages. 'Even Jezus couldn't please everyone,' is een van z'n laconieke commentaren (bij het tonen van Karl Lagerfeld met een hondenkop, als ik het goed heb). De prettig orerende toon ­‑ die toon die de Amerikanen al pak 'm beet tachtig jaar tot de succesvolste verhalenvertellers ter wereld maakt - voert me mee en op een gegeven moment vraag ik me helemaal niet meer af of hij het publiek ronduit te grazen neemt of dat hij het allemaal serieus meent. Met zijn conclusie ben ik het sowieso eens: Het gaat allemaal nog heel veel gekker worden in die digitale wereld. Je ervan afkeren heeft geen zin. We kunnen maar beter iets moois ervan maken.

In de pauze bewonderen we een diorama van kunstenaar Funda Gül Özcan. Ze is geïnspireerd geraakt door pretparken, een van de weinige plekken waar mensen van verschillende achtergronden hetzelfde zijn, in hun plezier en opwinding. Na de pauze kijk ik uit naar Serge-Henri Valcke, wereldberoemd als acteur in Nederland en België, en ben benieuwd of hij zijn nervositeit onder controle heeft kunnen krijgen. Met gestrekt been gaat hij erin. In een onstuitbare woordenvloed geeft hij toelichting op z'n grote liefhebberij: de fotografie. Eerst volgt een serie foto's die hij maakte van collega's ‑ mooi en intiem werk, omdat collega-acteurs zich bij hem op hun gemak voelden. Daarna een serie collages die hij (deels) op de computer maakte. 'Met Paint,' fluistert iemand achter mij. Serge-Henri geeft een show, hij is niet te stoppen. Hij heeft de lachers op z'n hand, ook mij. Maar tegelijk denk ik, dek jezelf niet steeds in, het is niet nodig, als hij onophoudelijk zijn werk relativeert met uitspraken als 'het is een hobby van opa'. Iemand uit het publiek denkt kennelijk hetzelfde. Ze roept: 'Serge-Henri, het is echt mooi!'

Plotseling wordt het stil in de zaal als Koen Vermeule en Ruud van Zwieten een Ju No Kata-demonstratie geven. De concentratie van de twee judoënde mannen, kunstenaars in het echte leven, werkt verademend. Staand aan de zijkant begin ik de mensen te observeren die naar de gecontroleerde bewegingen van de twee mannen kijken. Ik herinner me films van kijkend publiek, ik vermoed van Bert Haanstra. Ik zie concentratie, lachende ogen, een man die lange tijd balanceert op een been, een verstrengeld stelletje (een man met een witte broek, een vrouw op hoge laarzen). Als de demonstratie met een kalme buiging is afgelopen, volgt een korte vragenronde, zoals steeds na elke gast, en lichten de mannen hun 'play of balance' toe.

De laatste gast van de avond is Xander Karskens, artistiek directeur van het Cobra Museum. Hij vertelt over het project The Aalto Natives, als curator van het Finse paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië. De totaalinstallatie van de Finse kunstenaar Erkka Nissinen en de Britse kunstenaar Nathaniel Mellors was tijdens de Biënnale een grote hit. Xander laat foto's zien van het kleine houten Finse paviljoen. Vroeger zei de grootte van een paviljoen veel over de macht en grootte van een land. In hun installatie van video, sculptuur en licht geven de makers commentaar op wat het tegenwoordig betekent om Fins te zijn. Er zit veel humor in: we zien fragmenten met Muppetpoppen, we horen liedjes. Als een soort stofzuigerslang een oogbal uit een hoofd slurpt, duikt een vrouw naast me verschrikt weg. Karskens vertelt in afgewogen taal over het project. Zonder stemverheffing brengt hij z'n enthousiasme voor de twee makers op me over.

Nadat Julia alle gasten heeft bedankt, beweeg ik me opnieuw naar het balkon dat uitkijkt op het IJ. DJ AGGAton start z'n Nightcore en de opgevoerde muziek brengt me in een gevaarlijk opgetogen stemming. Pak 'm beet een half uur later verlaat ik het schip, over dezelfde smalle loopplank waarover ik binnenkwam. Mijn ergernis over het ontwerp is verdwenen. Een vrouw achter me heeft m'n angst kennelijk overgenomen. Ze blijft bovenaan staan en zegt: 'Ik durf bijna niet te lopen.'

sluit