21.12u
Hilmar Guðjónsson. Er wordt een skypeverbinding gemaakt met een Ipad in het Reykjavík City Theatre.
Eerste bedrijf.
Een blond meisje beslaat met haar hoofd het beeld volledig. Ze tuurt in de camera en bukt. Achter haar staan twee kerels. Het meisje duikt weer op. Ze declameert een regel uit een Duits lied: ‘Du. Du hast. Du hast mich.’ Het beeld valt weg. De verbinding is verbroken. Een paar minuten later is ze er weer. Het lied wordt opnieuw gezongen. Tijdens het refrein waarbij de kerels het koortje zingen roept ze: ‘Nein!’ Als het refrein wordt herhaald laten de kerels het wel uit hun hoofd het koortje een tweede keer mee te zingen.
Tweede bedrijf.
Een van de kerels, waarvan het inmiddels duidelijk is geworden dat het Hilmar is, rijdt door de zaal op een onzichtbaar paard. Het blonde meisje en de andere kerel rijden op denkbeeldige paarden achter hem aan. Er wordt een scène opgevoerd met bananen. Het blonde meisje eet er een op en slaakt gilletjes met een volle mond. Hilmar en zijn kornuit peuzelen ook een banaan op.
Derde bedrijf.
Hilmar speelt een liedje op gitaar. Het geheel klinkt als een brandend schaap. Maar dat heb je nu eenmaal met skypeverbindingen. Hilmar weet dit. Hij doet het erom. En het publiek gniffelt en snuift van plezier.
21.28u
Op 17 november 1963 tot 5 juni 1967 barstte er een vulkaan uit voor de zuidkust van IJsland. Sjoerd van Oevelen en Elodie Hiryczuk presenteren hun vierdaagse expeditie naar dit jongste eiland van de wereld: Surtsey. Het is grondgebied waar wetenschappers de totstandkoming van een nieuw ecosysteem bestuderen. Oevelen en Hiryczuk brengen het eiland fotografisch in kaart. Tien foto’s worden op billboards (Landfall 2005-2010) op de Zuidas gepresenteerd, precies op plaatsen die de omgtrek van Surtsey representeren.
21.45u
Er wordt een animatiefilm vertoond van het kunstcollectief Hardcore. Vijf lichamen, met de ledematen met elkaar versmolten, prakkiseren over het cureren van tentoonstellingen door een computer. Een eindeloze discussie tussen de personages volgt. Met name de karakters van de personages zijn (audio)visueel erg prikkelend weergegeven. Het moederlijke karakter is bijvoorbeeld een wit baby-achtig hoofd met lange wimpers en een diepe Afrikaanse vrouwenstem.
22.14u
Pauze. DJ’s Birna & Thom draaien bezwerende IJslandse deuntjes. Zelfs cola mag niet mee naar buiten, hoewel de enige getuigen van drinkende rokers kunnen zijn: twee afvalcontainers, de arm van een Volvo-graafmachien, een stapel rijdplanken, een kruiwagen van Bam, zeven bigbags vol zand, een bos pvc-buizen, stapeltje pallets, een bouwlamp, een aggregaat en een ladder.
22.43u
Geirthrudur Finnbogadottir Hjorvar presenteert ons een digitale voorstelling van complexe diagrammen en formules die ondanks hun willekeurigheid en associatieve karakter toch structuur in zich blijken te hebben. Geirthrudur weet te overtuigen door met stelligheid haar voorkeur voor bepaalde voorwerpen, bijvoorbeeld zuilen uit de oudheid, en bijzondere onderwerpen te presenteren. Het duurt even voor de humor die ermee gepaard gaat wordt opgemerkt maar na tien minuten liggen de genodigden te schudden van het lachen.
22.53u
Gunnar, studerend aan het conservatorium, staat naast een zorgvuldig opgebouwde stapel van synthesizers, orgels en computers, en legt uit welk snoertje welke aparaten met elkaar verbindt en hoe het geluid uiteindelijk via een mengpaneel door de luidsprekers de zaal in stroomt. Alle lampen gaan uit, behalve de lamp die het gewelf van het theater belicht. Gunnar bouwt aan zijn compositie. Het is landschappelijk, het geluid. Het dient zich aan en dooft weer uit. De herhaling van vogelgezang, het hinniken van een paard, het geluid dat koeien maken als ze grazen, en dat allemaal door de computer vervormd en gemanipuleerd. Het krijgt een mystiek randje. Dromerig en hypnotiserend als het vroeg experimentele geluid van synthesizerpionier Klaus Schulze. Gunnar kent zijn werk en zet het voort.
23.12u
Het is afgelopen. DJ’s Birna & Thom draaien. Er wordt gepraat, gelachen en Opal vloeit. Ergens vliegt een servet in brand. Er wordt woest op getrapt, een emmer met ijsblokjes over leeggegooid. Het is even wachten totdat alle ijsklontjes zijn gesmolten. Dan kan er weer gedanst worden.