Ik ben dan ook blij verrast om te zien dat grafisch ontwerper Dongyoung Lee mijn gedachtepatroon haarfijn analyseert in de leader voor de avond aan de hand van vijf steekwoorden die ook in mijn gedachte opborrelen wanneer de folder van de bouwmarkt of Office center weer op mijn deurmat valt. De Duitse woorden 'Gut - Schön - Gemein - Nutzlich - Unnotich' ondersteunen afbeeldingen van niet geheel te definiëren objecten, die vooral uitblinken in grafische esthetiek, zonder hun praktisch nut direct prijs te geven.
De locatie van de avond is overweldigend. Water, veel ramen en balustrades als scheepsreling. Het is frappant om te zien hoeveel invloed de film de Titanic op onze verhouding tot scheepsrelingen heeft gehad. Ook vanavond wordt de scène bijna dwangmatig een aantal maal opgevoerd.
De avond begint. Twee mannen en een vrouw, verkleed als een maya tempel, een kerk, en een gebouw ontworpen door de kunstenaar Carlos Merida, dansen op de tonen van een xylofoon bespeeld door drie mannen. Niets aan de hand.
De kostuums gaan uit, de performers zijn naakt, er worden pigment bommen binnen het beeld gegooid. Niets aan de hand, de muzikanten spelen stoïcijns door. Ik denk weer even aan de Titanic.
Het is Naufus Ramírez-Figueroa's ietwat absurdistisch aandoende uitleg van de geschiedenis van de architectuur van Guatemala. Ik begrijp dat Naufus in zijn film wil afrekenen met Levi Strauss' negatieve oordeel over deze architectuur, en ik veronderstel dat hij wil zeggen dat cultuur veel dieper ligt dan aan het tastbare oppervlakte van de beschaving.
Zo wordt mij ook duidelijk wanneer een ingenieur van Waternet vertelt wat er ondergronds met onze bewust dan wel per ongeluk doorgetrokken bezittingen gebeurt wanneer we de wc doortrekken.
Deze ingenieur vertelt dit naar aanleiding van Pedro Moraes' statement om een minuscule diamant door de WC in het muziek gebouw te spoelen. Hij noemt het zelf een 'public sculpture'. Ik neig naar de gedachte dat het bewust doortrekken van een dergelijk waardevol object iets compleets vulgairs in zich draagt. vergelijkbaar met het rond spuiten van champagne door mannen met haar en zonnebrillen die weerspiegelen in de zon. Of is Moraes' actie juist solidair te noemen omdat hij afstand doet van zijn kostbare bezit opdat het de eerlijke vinder geluk mag brengen?
Hoe dan ook weet ik sinds gister dat het gapende gat van mijn wc pot lang niet zo anoniem is als ik altijd gedacht heb. Bij de 'Lost&Found' - whats in a name- afdeling van waternet liggen onder andere mobieltjes, trouwringen, pistolen en laptops, waarbij ik me in het laatste geval niet kan voorstellen dat 'ie perongelijk uit je achterzak is gegleden tijdens het plassen - maar dat terzijde.
Ik kan me overigens wel goed herinneren dat ik ooit een keer tijdens mijn studie kunstgeschiedenis een essay aan het schrijven was, toen mijn computer er uit het niets mee ophield. Op dat moment was ik in staat geweest om mijn computer dubbel te vouwen en zo door de wc te spoelen. Het is maar goed dat ik dat toen niet gedaan heb, want anders had ik nu niet kunnen teruglezen hoe geobsedeerd ik was met de complot theorieën binnen de kunstgeschiedenis. Het is vergelijkbaar met mijn onophoudelijk drang om alles te willen ordenen met behulp van stationary, alleen positioneerde ik mij dit maal aan de andere kant van het spectrum en trachtte ik de arteficiele neiging van kunsthistorici om de geschiedenis chronologisch te willen ordenen te doorbreken.
Ook Perrine En Morceaux deelt die obsessie in haar obadische essay 'BE AS IT MAY' over het 'pre-dated' oeuvre van Kazimir Malevich. Via een sound mixer, een microfoon en zorgvuldig in elkaar over gaande youtube filmpjes over de Russische meester, zingt En Morceaux over haar argwaan ten aanzien van de huidige gedachte dat Malevich bewust enkele schilderijen eerder dateerde dan dat ze gemaakt waren om de hiaten van zijn eigen oeuvre aan te vullen. En Morceaux betwijfeld deze gedachte en ziet het schilderij 'Two Sisters' als het ultieme bewijs dat Malevich geen slinkse bedrieger moet zijn geweest, maar een briljante 'nerd' die via de impressie van twee identieke zussen een tijdslijn wilde uittekenen als breekpunt tussen figuratie en de abstracte uiting van het suprematisme.
Het is pauze.
Ik ga naar de wc. Even kijken of de diamant wel is weggespoeld. Ik aarzel of ik met mijn hand door het water moet gaan. Ik laat mijn beslissing in het midden.
Ik ga weer naar binnen. Er worden plaatjes gedraaid door Kees Schaper. Kees doet me een beetje denken aan de Xylofoonspelers uit Naufus's film, of is het weer die verdomde Titanic. Wat dan ook. Niemand danst, maar Kees blijft naar de knoppen staren en graait wat in z'n platen bak, al zou de wereld vergaan.
Ik dwaal rond door het gebouw en probeer bij te houden waar ik vandaan kom, om straks weer terug te keren. Twee trappen omhoog, één naar beneden. Wanneer ik terug kom is het programma al weer begonnen.
Ik ontgrendel mijn Iphone en probeer weer wat te typen. Ik voel ondertussen weer gedachtes in mijn rug, zal ik gewoon zeggen dat ik notities van de avond maak? Ik type echter stoïcijns door.
Drie vrouwen maken verkrampte, doch geregisseerde bewegingen en stampen hard met hun hakken op de grond. Een van de vrouwen gaat op haar zij liggen en gebruikt enkel haar torso voor de balans van haar lichaam. Ze trilt. Ik begrijp wat ze doormaakt en ik denk aan mijn yoga faalangst. Verkrampte houdingen aannemen, niet alleen voor mijn eigen lenigheid, maar ook vooral doorgaan om niet op te vallen bij de rest. Ik begrijp niet goed wat de vrouwen uitbeelden, maar er schuilt iets dwangmatig achter.
Later lees ik dat het een lichamelijke analyse is van Daniil Kharms’ absurdistische schrijven.
Het is altijd moeilijk om beeld naar taal te transformeren en andersom. Dat benadrukt ook Hanna Bervoets wanneer ze ons vertelt over het proces en gedachtes achter de boekomslag. Ik heb me vaak afgevraagd waarom schrijvers zo weinig creatief zijn waar het hun omslag betreft, maar ik begrijp van Hanna dat het vooral een compromis is tussen het commerciële belang van de uitgever en een simpel gebriefde ontwerper die meestal het boek niet eens gelezen heeft.
Hanna haat de kleur roze. Ze draagt dan wel een roze trui, maar de inhoud van haar boeken zijn alles behalve roze, zegt ze. Toch denken de meeste ontwerpers daar telkens anders over. Uit onvrede is ze uiteindelijk wat gaan experimenteren in Word. Geen mensen, geen cliché stock foto's van meren of hekken, maar een herhaling van steeds kleiner wordende zwarte kaders. Simpel, maar het raakt de essentie van de claustrofobische mis-en-scène van het boek. Maar als 'we' met vakantie gaan, doet een mens figuur ons eerder kopen. Dus wordt er voor de 'pocket' uitgave een jongetje in 'geshopped' om het gapende witte oppervlakte te vullen, opdat we vooral niet te lang hoeven na te denken. Het is immers vakantie.
Na het zien van een aantal voorstellen van ontwerpers ben je geneigd te denken dat er ergens wroeging zit.
Misschien niet zo heftig, maar vergelijkbaar met Erkka Nissinen's one minute animatie film over een (ex)echtpaar dat elkaar het leven zuur probeert te maken door over en weer selfy-achtige filmpjes door te sturen met handelingen waar de ander een ogenschijnlijke afkeer voor heeft; roken, seks met een ander etc etc.
Wat Lost&Found typeert is het korte en directe vraaggesprek met de kunstenaar, waar veelal de vragen gesteld worden die tijdens artist talks slim ontweken worden. Nissinen liet de vragen achterwegen en vertelt ons op zijn eigen absurdistische manier over de 'making of' van zijn werk in een speciaal voor Lost en Found gemaakte video. Ik ben blij te zien dat Erkka altijd een helm op de filmset draagt, en liever niet met acteurs werkt omdat ze lastig zijn en het eigenlijk wel zo goedkoop en makkelijk is om zelf een pruik op te zetten.
De avond is afgelopen. En Kees Schaper graait weer wat in zijn platen bak en draait aan wat knoppen. Al danst iedereen of helemaal niemand, hij gaat door met waarvoor hij gekomen is; plaatjes draaien.
Ik wil mijn email checken, maar m'n batterij is leeg.